Uw kindje kan een grote zuigbehoefte hebben, ook als uw kindje genoeg gegeten heeft.

De zuigtechniek van uw kindje verschilt bij het zuigen aan de tepel en bij het zuigen aan een speen.

Bij het zuigen aan een tepel wordt de tepel helemaal tot achter in de keelholte getrokken en maakt uw kindje met zijn tongetje masserende bewegingen om de melkstroom op te wekken. Bij het zuigen aan een tepelhoedje blijft de speen voorin de mond en hoeft uw kindje niet te masseren.

Er wordt gedacht dat bij baby’s die borstvoeding krijgen een zuigverwarring kan ontstaan als zij ook een speentje of voeding per fles krijgen. Deze theorie is echter nog nooit wetenschappelijk bewezen. Toch adviseren wij om het gebruik van een speen te voorkomen. Zeker wanneer uw kindje nog niet goed aan de borst kan drinken. Als uw kindje eenmaal goed aan de borst gaat dan kan voorzichtig een fopspeen worden geïntroduceerd. Maar wees kritisch, want een fopspeen kan het vraag en aanbod principe van de borstvoeding verstoren.

Een goede fopspeen is stevig, plat en het uiteinde wijst schuin naar boven. In het schild van de fopspeen tegen het mondje moeten gaatjes zitten. Maak de speen nooit vast met een koord om de hals van uw kindje, dat is erg gevaarlijk.